Osborn waves kennen we ook wel als J-waves en zijn sterk geassocieerd met hypothermie, maar we zien we ook bij andere ziektebeelden. Andere bekende bijnamen zijn ‘late delta wave’ en ‘camel hump sign’. We gaan eens kijken hoe een Osborn wave ontstaat, hoe je hem herkent en wat je er nog meer van moet weten. Uiteraard aan de hand van voorbeelden!
Wat is het?
Laten we beginnen bij het begin: hoe herken je Osborn waves? Wellicht niet geheel verrassend: we moeten kijken naar het J-punt, vandaar ook de alternatieve naam J-waves. Het J-punt is het punt waar het QRS-complex overgaat in het ST-segment. Dit punt is ook waar we naar kijken bij het beoordelen van ST-elevaties: dan kijken we of het J-punt boven de basislijn ligt of niet. Uiteraard zijn er ook andere pathologieën die het J-punt beïnvloeden, zoals bundeltakblokken, ventrikelhypertrofie, benigne vroege repolarisatie of het gebruik van Digitalis (Lanoxin).
Bij Osborn waves zien we bij het J-punt een extra notch, een kleine positieve deflectie. Deze kleine deflectie kan overigens ook best groot uitvallen. In het geval van hypothermie is de hoogte van de Osborn wave ook gecorreleerd aan de ernst van de hypothermie. Hypothermie is tevens de meest geassocieerde pathologie met Osborn waves. Echter kennen we het ook van bijvoorbeeld Takotsubo, hypercalciëmie, Brugada-syndroom, Le Syndrome de Haïssaguerre. Je kunt het ook tegenkomen bij neurologische pathologieën zoals intracraniële bloedingen en bij myocarditis. Bij de neurologische pathologieën kennen we nog een ander specifiek patroon, namelijk Cerebral T-waves.
Hoe ontstaat het?
Het exacte mechanisme achter het ontstaan van Osborn waves is niet duidelijk. Aannemelijk is wel dat het te maken heeft met een verandering in de in- en uitstroom van ionen, gezien er een potentiaalverschil waarneembaar is op het ECG. Dat zien we op het ECG dus als een positieve deflectie, de Osborn wave. Waar normaliter het ST-segment elektrisch ‘stil’ is, is er nu elektrische activiteit waarneembaar. Er wordt gedacht dat dit mogelijk te maken heeft met de uitstroom van kalium uit de cel.
Deze hypothese werd in 1996 ook min of meer onderschreven door een publicatie van Yan & Antzelevitch. Zij bewezen dat er een verandering in ionenstromen ten grondslag ligt aan het ontstaan van Osborn waves. In 1959 werd door Emslie-Smith et al ook al zoiets beschreven. Aangenomen wordt dat er met name een verschil zit in de concentraties ionen in epicardiaal en endocardiaal weefsel, waarbij met name in epicardiaal weefsel een verandering in de ionenstromen plaatsvindt. De elektrische veranderingen en gradiënt die dit veroorzaakt zit dus in de buurt van de elektroden op de huid (epicardiale zijde) en dat veroorzaakt het fenomeen dat wij kennen als Osborn waves of J-waves.
Geschiedenis
We gaan een kijkje nemen in de geschiedenis van de Osborn waves. Al in 1922 werd dit fenomeen voor het eerst beschreven, toen Kraus et al een deflectie in het J-punt beschreven bij honden met hypothermie. In 1938 beschreven Tomaszewski et al een J-punt deflectie in een bevroren man. In 1943 kwamen Grosse-Brockhoff & Schoedel met een zelfde soort beschrijving. W.G Bigelow et al beschreven in 1950 de veranderingen op het ECG bij hypotherme honden en beschreven naast een J-punt deflectie ook QRS-verlenging en QT-verlenging.
Osborn
Daarna kwam de naamgever van dit fenomeen ten tonele: John J. Osborn. Ook hij bestudeerde de effecten van hypothermie bij honden en door honden te onderkoelen ontdekte ook hij een J-punt deflectie, die hij een ‘current of injury’ noemde. Deze naam kennen we ook van het ontstaan van ischemie en infarct. Zie daarvoor ons eerder verschenen artikel. In de afbeelding hieronder zien we links een ECG van een hond die is gekoeld tot een temperatuur van 23°C. De hartfrequentie was 50 slagen per minuut en ongeveer 7 minuten na dit ECG kreeg de hond ventrikelfibrilleren ten gevolge van de hypothermie. Rechts zien we een weergave van dit ECG met het bijschrift ‘current of injury’. Dit is afkomstig uit de publicatie van Osborn.
De hond kreeg bij het koelen een alkalose en daarna een acidose. Osborn dacht daarvan dat het de veroorzaker van de ‘current of injury’ was, omdat het ook weer verdween toen tijdens de hypothermie de pH werd gecorrigeerd. Hij omschreef: “…the ECG changes associated with hypothermia, particularly of the ‘current of injury’ type may not be associated with the low temperature directly, but rather may be more closely associated with faulty elimination of CO2 under hypothermic conditions.”
Enkele jaren later, in 1959 vonden Emslie-Smith et al dat er een verschil zat in de reactie van epicardiaal weefsel en endocardiaal weefsel op hypothermie. De J-punt deflectie was duidelijker zichtbaar in epicardiale afleidingen dan in endocardiale afleidingen. Ze hadden hun twijfels bij de rol van acidose in het ontstaan van wat zij Osborn waves noemden en betwijfelden ook of het echt een voorspeller van ventrikelfibrilleren is, zoals Osborn wel dacht.
Camel Hump
Fernandez et al omschreven in 1970 een serie ECG’s in situatie van hypothermie en terug opwarmen. Hierdoor werden met name de andere ECG kenmerken die passen bij hypothermie beter bekend. Denk aan artifacten door rillen en een uitgesproken sinusbradycardie. Er zijn uiteraard ook nog andere ECG kenmerken, die bespreken we in het aparte artikel over hypothermie. Ook de Osborn wave kwam in het artikel naar voren, echter werd het daar J-wave en ‘Camel Hump’ genoemd. Hieronder zien we enkele afbeeldingen uit de publicatie van Fernandez. Daar zien we ook de correlatie tussen de hoogte van de deflectie en de diepte van de hypothermie.
In 1994 presenteerden Patel et al een serie ECG’s van 8 patiënten met normothermie die wel J-waves of Osborn waves lieten zien. Oorzaken die in dit onderzoek naar voren kwamen waren cocaïnegebruik, haloperidol overdosering en linker ventrikel hypertrofie. De conclusie was hier dus dat Osborn waves niet exclusief zijn voor hypothermie.
Voorbeelden
We sluiten af met nog enkele voorbeelden van Osborn waves.
Bij dit eerste voorbeeld hieronder zien we vier keer een complex van een 53-jarige patiënt tijdens openhart chirurgie. Hij is bewust afgekoeld tijdens de operatie en we zien hier een complex uit steeds dezelfde afleiding op vier verschillende lichaamstemperaturen. We zien bij een lagere lichaamstemperatuur een enorm hoge Osborn wave, welke steeds een beetje kleiner wordt bij het stijgen van de temperatuur.
Ook bij dit tweede voorbeeld zien we een ritme van een patiënt met diepe hypothermie. We zien een sinusbradycardie met enorm grote Osborn waves. Ook zien we de nodige artifacten, waarschijnlijk van het rillen van de patiënt.
Bij dit laatste voorbeeld zien we eveneens Osborn waves ten gevolge van hypothermie. Er is een atriumflutter te zien met 4:1 voortgeleiding. De atriale frequentie ligt rond de 165/min, de ventriculaire frequentie is beduidend een stuk lager.
Afsluiting
Bedankt voor het lezen van dit artikel. Vergeet je niet te abonneren op ons YouTube-kanaal. Ook zijn we te volgen op LinkedIn en Instagram! Verspreid het kanaal ook vooral onder je collega’s en andere geïnteresseerden, dat wordt enorm gewaardeerd!