In dit artikel gaan we kijken naar de meest dramatisch aritmie die er is: de asystolie. Of eigenlijk is het niet eens een aritmie te noemen want bij asystolie bedoelen we elektrisch gezien eigenlijk dat er niets of. Zoals je in films altijd ziet, de klassieke flatliner.
Wat is asystolie?
Bij asystolie is er in principe geen elektrische activiteit. Er zijn geen atriale en ventriculaire depolarisaties en het hart ligt mechanisch ook stil. Zonder ingrijpen is de dood onvermijdelijk. Toch is het niet helemaal waar dat er helemaal niets gebeurd op elektrisch niveau, want er is ook sprake van asystolie wanneer er nog wel P-toppen zijn maar geen QRS-complexen. Er is dus wel atriale depolarisatie, maar geen ventriculaire depolarisatie. Dit noemen we een primaire asystolie. Wanneer er echt geen elektrische activiteit is noemen we dat een secundaire asystolie.
Vaak is een asystolie het gevolg van ‘elektrische afbraak’ van het ritme bij bijvoorbeeld ventrikelfibrilleren. Wanneer een patiënt in een reanimatiesetting wordt aangetroffen met asystolie is de prognose beduidende slechter dan wanneer er sprake is van ventrikelfibrilleren of bijvoorbeeld ventrikeltachycardie. Dat is ook aannemelijk gezien de asystolie dan vaak zegt dat er al lang sprake is van een circulatiestilstand, en dan is de prognose automatisch een stuk slechter.
Oorzaken
Net als bij ventrikelfibrilleren zijn er ontzettend veel potentiële oorzaken die asystolie kunnen veroorzaken. Het kan dus het gevolg zijn van een langer bestaande ventrikelfibrillatie of ventrikeltachycardie, maar oorzaken kunnen ook gezocht worden bij ischemie en infarct, hartfalen, ventrikelhypertrofie en eventueel een trauma of ongeval met mogelijk een aortadissectie, harttamponade of zelfs alleen al een zware impact op zichzelf.
De oorzaak kan ook in de respiratoire hoek gezocht worden, bijvoorbeeld bij longembolie, spanningspneumothorax of zelfs slaapapnoe of simpelweg aspiratie.
Bekend zijn tijdens een reanimatiesetting de 4 H’s en 4 T’s. Dat is een ezelsbruggetje om enkele belangrijke maar vooral direct behandelbare oorzaken van een cardiac arrest op te sporen. Dit zijn de 4 H’s en 4 T’s:
- Hypoxie
- Hypovolemie
- Hypo-/Hyperkaliëmie/Metabool
- Hypothermie/Hyperthermie
- Trombo-embolie (coronair of pulmonaal)
- Tension (Spanningspneumothorax)
- Tamponade
- Toxinen
Dying Heart
In dit artikel nemen we ook het zogenaamde Dying Heart mee. Er is dan wel elektrische activiteit zichtbaar op het ECG maar er is eigenlijk geen duidelijke P-top, QRS-complex of T-top te onderscheiden. Dit is echt de laatste fase (seconden of minuten) van het stervende hart waarna snel asystolie zal volgen.
Hieronder zie je hoe Dying Heart eruit ziet.
Reanimatie in Nederland
Natuurlijk komt asystolie ook voor in Nederland. Niet zo vaak als ventrikelfibrilleren, maar het komt wel regelmatig voor. De laatste reanimatiecijfers uit Nederland die ik heb gevonden komen uit 2016. Enkele cijfers die daaruit voortkomen zijn:
- De meeste mensen worden in en om een woonhuis gereanimeerd (70%)
- De meerderheid is mannelijk (69-73%)
- De gemiddelde leeftijd is 65-68 jaar
- De gemiddelde overleving is 23%
- De overlevingskans is groter wanneer er snel burgerhulpverleners aanwezig zijn
- Bij een schokbaar ritme (zoals ventrikelfibrilleren) is de overleving 44%
- Het percentage schokbare ritmes bij aanvang reanimatie is 49%
Afsluiter
We sluiten af met een mooi ECG uit een case report van Javed et al (2016). Hieronder zie je het ECG van een patiënt met een steunhart (LVAD, left ventricular assist device). Deze patiënt heeft een asystolie en overleeft dus alleen op het steunhart. Op het moment van het case report had deze patiënt het al 104 dagen! Helaas is ze daarna overleden toen ze sepsis kreeg. De storing die je op het ECG ziet is door het LVAD.
Afsluiting
Bedankt voor het lezen van dit artikel. Vergeet je niet te abonneren op ons YouTube-kanaal. Ook zijn we te volgen op LinkedIn en Instagram! Verspreid het kanaal ook vooral onder je collega’s en andere geïnteresseerden, dat wordt enorm gewaardeerd!