Welkom bij deze ECG Quiz! Je ziet hieronder de casus en het beschikbare ritme of ECG. Je kunt je antwoord selecteren en ziet meteen of je het goed hebt. Ook kun je het antwoord inzien met een uitleg. Heel veel plezier en succes!
Casus
30-jarige man, geen medische voorgeschiedenis. Was aan het sporten en werd plotseling duizelig. Je ziet hieronder twee opeenvolgende ritmestroken van de patiënt. Wat is er aan de hand?
Results
#1. Wat is er aan de hand?
Voor het juiste antwoord van deze quiz, met bijbehorende uitleg: klik op de balk hieronder.
We hebben hier te maken met twee ritmestroken. Dat is natuurlijk een beetje gek, maar wel essentieel om hier te begrijpen wat er aan de hand is. Hieronder zie je het volledige ECG van de patiënt.
We zien op dit ECG een duidelijk sinusritme in een frequentie van zo’n 90 slagen per minuut. Er is een verbreed QRS van ongeveer 160 msec. We zien in afleiding V1 een brede, diepe S en in I, AvL, V5 en V6 een brede hoge R. Daarnaast zijn er disconcordante ST-T segmenten: downsloping ST-depressies in I, AvL, V5, V6 en ST-elevaties in V1-V2 met een positieve T-top. Allemaal passend bij een linker bundeltakblok.
Het uitgangspunt voor de patiënt is een linker bundeltakblok. We zien daarvan ook kenmerken op het eerste stuk van de ritmestroken: een verbreed QRS (rond de 140-160 msec) met een brede diepe S in de V-afleiding. We gaan er vanuit dat dat V1 is. We zien na zeven complexen ineens de QRS-complexen versmallen. De QRS-breedte gaat naar ongeveer 80 msec.
Verklaring
Hoe kan dit? Hoe kan een linker bundeltakblok ineens verdwijnen? Een linker bundeltakblok kan allerlei oorzaken hebben. Het kan bijvoorbeeld simpelweg ouderdom zijn: de linker bundel is te oud en versleten om nog impulsen te geleiden. De linker bundel kan ook door ischemie en infarct kapot gaan of door gebruik van bepaalde medicatie (bijvoorbeeld Digoxine). Hier weten we echter dat de linkerbundel het wel KAN, maar niet altijd DOET. We zien smalle QRS-complexen zonder linker bundeltakblok morfologie, maar ook brede QRS-complexen.
Het antwoord zit hem hier denk ik in de hartfrequentie. We zien in het stuk met brede QRS-complexen een R-R interval van ongeveer 860 msec, afnemend naar ongeveer 1000 msec. Een R-R interval van 860 msec maakt een frequentie van (60 delen door 0.86) ongeveer 70 slagen per minuut. Een R-R interval van 1000 msec is een frequentie van 60 slagen per minuut.
Simpeler gezegd: we zien de frequentie dalen en de QRS-breedte daarmee afnemen. De linkerbundel van de patiënt kan een frequentie van lager dan 70 per minuut dus wel bijbenen, maar wanneer de frequentie grofweg boven de 70 gaat valt de linkerbundel uit. Dat zien we dus ook op het volledige ECG hierboven, waar de frequentie ook boven de 70 ligt.
Het is dus een frequentie-afhankelijk bundeltakblok.
Vergeet je niet te abonneren op ons YouTube-kanaal. Ook zijn we te volgen op LinkedIn en Instagram! Verspreid het kanaal ook vooral onder je collega’s en andere geïnteresseerden, dat wordt enorm gewaardeerd!